Tips voor fietsen in de bergen
Zelf vind ik fietsen in de bergen het mooiste wat er is: een
eenzaam gevecht tussen fietser en zwaartekracht, waarbij je
veelvuldig wordt getrakteerd op prachtige vergezichten en
uiteindelijk natuurlijk de welverdiende afdaling. Toch is het zaak
om je goed voor te bereiden als je gaat klimmen. Ik maakte
ooit de fout te veronderstellen dat ik met mijn vlakkelands-verzet
zo elke berg op zou klimmen. Al gauw kwam ik erachter dat een berg
toch wel wat anders was dan een brug of viaduct en moest ik op zoek
naar het "Steile-wandverzet", zoals een collega van mij dat zo mooi
noemde.
Ik krijg, of hoor, vaak de vraag: "met welke versnellingen moet
ik die-en-die tocht rijden" of "Ik heb nu een 42-25 als
kleinste, kom ik daar die berg mee op?" Deze vraag is lastig te
beantwoorden, omdat dit vooral afhangt van de snelheid waarmee je
klimt, en dat weet je (nog) niet.
Over het algemeen wordt een cadans van 60-70 omwentelingen per
minuut als meest effectief ervaren door klimmers. Je hartslag ligt
vaak net onder je omslagpunt, maar op langere tochten, zoals La
Marmotte, hou je dat niet vol. In 2004 beklom ik de slotklim van La
Marmotte, de Alpe d'Huez, nog net in D1. Dat je dan ook minder
vermogen levert, is logisch en dus iets om rekening mee te houden
als je een verzet kiest.
Als je weet hoeveel vermogen je levert rond je omslagpunt, kun
je redelijk inschatten wat je klimsnelheid zal zijn en dus hoe lang
je over een bepaalde berg doet. En als je je klimsnelheid weet, kun
je uitrekenen welk verzet je minimaal zal moeten hebben. Wil je op
zeker spelen, kies dan een verzet van minimaal 34 tandjes voor en
27 achter, dan kom je zeker boven. Onderstaand enkele
rekenmodelletjes voor het berekenen van je klimsnelheid en het
verzet wat je nodig hebt.
Hoe snel
ben je boven?
Tijdens fietsen heb je te maken met 3 Weerstanden: rolweerstand,
luchtweerstand en hellingsweerstand. Omdat je langzaam fietst
tijdens het klimmen, is vooral de de hellingsweerstand van invloed
op je klimsnelheid. In onderstaande tabbel kun je het gewicht van
jezelf + je fiets invullen, en het vermogen wat je levert als je
klimt. Als je dan de gegevens invult van de berg die je op wilt
fietsen, krijg je een inschatting van hoe snel je, theoretisch
althans, boven kunt zijn. Hou er wel rekening mee dat je na verloop
van tijd vermoeid zult raken en je dus minder vermogen kunt
leveren.
Als het
vermogen waarmee je klimt niet weet, dan kun je die nauwkeurig
bepalen aan de hand van de tijd die je ooit hebt gereden op één
bepaalde berg, bijvoorbeeld de Alpe d'Huez of de Mont Ventoux. Met
deze tijd kun je ook een goede inschatting maken van de tijd op een
volgende klim, zoals in het schema hierboven, of zelfs tijdens een
hele (berg)cyclo:
Met welk verzet de bergen
in?
Nu je de rijsnelheid hebt berekend, kun je ongeveer bepalen welk
verzet je minimaal mee moet nemen. Ga bij je keuze van het verzet
altijd van het ergste uit: hou er wel rekening mee dat onderweg
stukken van bijvoorbeeld 14% tegen kunt komen, én dat je vermoeid
raakt. Vul in de tabel hierboven dus ook eens een lengte van 1
kilometer en een hoogteverschil van 140 meter in.
Tips voor fietsen in de
bergen
Als je voor het eerst 'echt' de bergen in gaat te fietsen, zul
je, net als ik, merken dat bergen toch echt anders zijn dan
viaducten en bruggen. Uiteraard maak je niet dezelfde fout als ik,
en monteer je het juiste verzet op je fiets. Vergeet niet dat er na
een klim ook (meestal) een afdaling volgt en dat dus je remmen in
orde moeten zijn. Tijdens die afdaling, zeker van een wat grotere
hoogte, kan het erg koud zijn: door een windbreker of een
regenjasje aan te trekken, bescherm je je lichaam tegen de ergste
kou.
De klim
Kies het juiste verzet voordat je de klim begint. Dat klinkt
stom, maar velen draaien de eerste honderden meters met een te
zwaar verzet, en moeten daar later voor boeten. Je kan altijd later
een tandje bijschakelen. Laat je hartslag rustig stijgen tot net
onder je omslagpunt en probeer te voorkomen dat je daar, langdurig,
overheen gaat. Je ademhaling is rustig en geconcentreerd. Drink als
de weg dat toelaat, bijvoorbeeld in een wat vlakkere bocht.
De afdaling
Door het klimmen zweet je, en daardoor koel je ontzettend snel
af tijdens de afdaling. een (regen)jasje of windbreker helpt dit
enigszins voorkomen. Kies een verzet dat je nog net kunt
meetrappen: jij hebt controle over de fiets, en niet andersom. Haal
voor de bocht de snelheid eruit: beter iets te langzaam, dan later
moeten corrigeren. Het spreekt voor zich dat je in een bocht het
binnenste pedaal omhoog haalt, omdat je anders de grond raakt? Wen
je aan om het buitenste pedaal naar buiten / onderen te duwen. Als
het kan, kan je halverwege de bocht weer beginnen te trappen. Oh
ja, dalen doe je onderin de beugels. Zo hou je niet alleen je
zwaartepunt laag, maar heb je meer controle over stuur en
remmen.
|